Gedichten

De Omsloten Tuin

Dit moet de laatste plek op aarde zijn

waar alles nog goed is en het nooit

donker kan worden - nooit duister

in mij pakt wat nog licht is.


Een plek waar niet aankomt dat er

weer eens iemand schrijft dat hij dood

gaat en er om heen draaien

op tafel gooien, door heen praten

geen zin heeft. Weg dus


Tsja

Ach


Dwaal niet - wandel over het pad

naar een paar herinneringen,

hinkend met sprongen.

Stap voor stap langs elke bank

elke spruitende boom, sprietend gras.

Zo mooi. Zie de mens waar ik

weet van zijn lijden heb.

Hoogtevrees voor het eindige,

de vergetenheid maar iedereen weet nog

wie hij is. Of was. Of ‘was’ wordt.

Laatste vleugelslag naar het einde der tijden.


Zou niet weten wat te omschrijven,

balancerend op de rand en naar boven kijk,

de muren der orangerie, omgevende gebouwen

die de blauwe lucht scheuren.

Gejaagde wolken als jouw leven.

eindig als een regenbui

op vruchtbare aarde.


Ik ben niet daar boven, wil even niet.

Wil beneden een boom van 400 worden,

of met een waterlelie, in alle stilte bloeien.


september 2016


===================

Ogen


Kleurenbeelden vervagen in zwart

en wit en misschien er wat tussen in

Een beeld verschijnt bewegend tot

het stil kan staan als je geheugen

daarom vraagt

Stilt hoort er bij, leegte van ons geluid

bijna niet in je geheugen


Wel herkenning, herinnering net zoals je hand

de wang op zocht die zij

zo lang geleden gekust heeft


Restant fluisteren in het oor

weet nog alle en wat de woorden

het idee van de klank 

en de warmte van de stem


Rondom haar ogen vervaagt

kleur en beeld tot alleen het

bruingroen over

is


feb-april 2016

© Gerrit Band 2016