De Omsloten Tuin
Dit moet de laatste plek op aarde zijn
waar alles nog goed is en het nooit
donker kan worden - nooit duister
in mij pakt wat nog licht is.
Een plek waar niet aankomt dat er
weer eens iemand schrijft dat hij dood
gaat en er om heen draaien
op tafel gooien, door heen praten
geen zin heeft. Weg dus
Tsja
Ach
Dwaal niet - wandel over het pad
naar een paar herinneringen,
hinkend met sprongen.
Stap voor stap langs elke bank
elke spruitende boom, sprietend gras.
Zo mooi. Zie de mens waar ik
weet van zijn lijden heb.
Hoogtevrees voor het eindige,
de vergetenheid maar iedereen weet nog
wie hij is. Of was. Of ‘was’ wordt.
Laatste vleugelslag naar het einde der tijden.
Zou niet weten wat te omschrijven,
balancerend op de rand en naar boven kijk,
de muren der orangerie, omgevende gebouwen
die de blauwe lucht scheuren.
Gejaagde wolken als jouw leven.
eindig als een regenbui
op vruchtbare aarde.
Ik ben niet daar boven, wil even niet.
Wil beneden een boom van 400 worden,
of met een waterlelie, in alle stilte bloeien.
september 2016
===================
Ogen
Kleurenbeelden vervagen in zwart
en wit en misschien er wat tussen in
Een beeld verschijnt bewegend tot
het stil kan staan als je geheugen
daarom vraagt
Stilt hoort er bij, leegte van ons geluid
bijna niet in je geheugen
Wel herkenning, herinnering net zoals je hand
de wang op zocht die zij
zo lang geleden gekust heeft
Restant fluisteren in het oor
weet nog alle en wat de woorden
het idee van de klank
en de warmte van de stem
Rondom haar ogen vervaagt
kleur en beeld tot alleen het
bruingroen over
is
feb-april 2016